De paashaas
Er was eens een paashaas, maar hij was ziek.
Maar iemand was aardig.
Hij bezorgde de eieren.
Pff, dachten de hazen.
Dus er was toch een goed en leuk pasen.
Jesper
Maar iemand was aardig.
Hij bezorgde de eieren.
Pff, dachten de hazen.
Dus er was toch een goed en leuk pasen.
Jesper
Pasen
Ik zie twee hazen met pasen.
Ze zitten in een weiland.
Ze zitten te schilderen met eitjes: rood en zwart en blauw, met de bijtjes bij de boom in de schaduw. Ze doen een spel. Ze spelen tikkertje en een daarvan struikelt en de andere lacht.
Thom
Ze zitten in een weiland.
Ze zitten te schilderen met eitjes: rood en zwart en blauw, met de bijtjes bij de boom in de schaduw. Ze doen een spel. Ze spelen tikkertje en een daarvan struikelt en de andere lacht.
Thom
De paashazen
In het donker lopen twee hazen.
Het zijn paashazen.
Maar er is ook een hongerige wolf en die heeft wel honger.
Want hij ziet de hazen.
Gelukkig zitten ze veilig thuis en daar kan de wolf hen niet pakken.
Tom
Het zijn paashazen.
Maar er is ook een hongerige wolf en die heeft wel honger.
Want hij ziet de hazen.
Gelukkig zitten ze veilig thuis en daar kan de wolf hen niet pakken.
Tom
De paashaas is weg
Er was eens een hele grote paashaas.
De paashaas dacht: laat ik maar even eieren gaan zoeken, want het is bijna pasen.
Hij ging het bos in.
Welke kant zal ik opgaan?
Ik ga wel naar rechts.
Oei, er liggen geen paaseieren.
Dan die kant op.
Nu ben ik verdwaald. Ik weet de weg niet terug naar mijn hol.
Dan wordt het zoeken. Maar eerst eten zoeken.
Twee uur later..... de paashaas is terug en heeft een jonge paashaas ontmioet en ze kregen kinderen.
Lieke
De paashaas dacht: laat ik maar even eieren gaan zoeken, want het is bijna pasen.
Hij ging het bos in.
Welke kant zal ik opgaan?
Ik ga wel naar rechts.
Oei, er liggen geen paaseieren.
Dan die kant op.
Nu ben ik verdwaald. Ik weet de weg niet terug naar mijn hol.
Dan wordt het zoeken. Maar eerst eten zoeken.
Twee uur later..... de paashaas is terug en heeft een jonge paashaas ontmioet en ze kregen kinderen.
Lieke
Pasen
Er was eens een paashaas.
Hij kon niet wachten tot het pasen was.
Dan mocht hij eitjes verstoppen. Dat vond hij leuk.
Het is eindelijk pasen.
De kinderen zoeken de eitjes en zo zijn er eitjes voor iedereen.
En niemand is gemeen.
Emma
Hij kon niet wachten tot het pasen was.
Dan mocht hij eitjes verstoppen. Dat vond hij leuk.
Het is eindelijk pasen.
De kinderen zoeken de eitjes en zo zijn er eitjes voor iedereen.
En niemand is gemeen.
Emma
Lente
De lente is begonnen en de bloemen staan in bloei.
Ik ben altijd blij in de lente, winter, zomer.
Maar ik vind de lente het leukst.
Ik hou van de lente. Dan kan het zwembad op.
Herfst vind ik niet echt leuk.
Dan is het zo kaal en nog wel zonder sneeuw.
De lente is leuk.
Yvonne
Ik ben altijd blij in de lente, winter, zomer.
Maar ik vind de lente het leukst.
Ik hou van de lente. Dan kan het zwembad op.
Herfst vind ik niet echt leuk.
Dan is het zo kaal en nog wel zonder sneeuw.
De lente is leuk.
Yvonne